Bethlehemskerk






- mei 2010 -

de Bethlehemskerk


De geschiedenis van de Bethlehemskerk

Hoogduitse kerk
De kerk wordt gebouwd in 1644 in opdracht van het stadsbestuur voor de zogenaamde hoogduitse gemeente. Er worden diensten gehouden in het Duits voor de talrijke Duitsers die in die tijd in de stad wonen. Dit zijn volgelingen van Calvijn. Later gaat de hoogduitse gemeente samen met de Leidse lutheranen. Na 1736 wordt het gebouw niet meer als kerk gebruikt. In 1756 wordt het ingericht als armenkinderschool. Daarna dient het als opslagplaats voor turf.



- 17e eeuw -

De Hoogduitsche kerk
Op de hoek van de Korte Langegracht (nu Lammermarkt) en de Prinsensteeg (nu Marktsteeg).


J.J. Bylaert









armenkerk
In 1804 wordt het gebouw in gebruik genomen als armenkerk. Armen die aanspraak willen maken op ondersteuning zijn verplicht om godsdienstoefeningen bij te wonen. Er is altijd een diaken aanwezig die de presentielijst bijhoudt. Kerkbezoekers krijgen munten uitgereikt waarvoor ze de volgende dag in de armenbakkerij aan de Oude Rijn brood kunnen krijgen. De onwillige kerkgangers veroorzaken nogal eens rumoer en ongeregeldheden tijdens de dienst. De kerkeraad ziet zich zelfs genoodzaakt om aan de burgemeester te vragen of tijdens de dienst een agent met helm en sabel aanwezig kan zijn om de orde te handhaven. In de kerk zijn nauwelijks voorzieningen. Er is geen orgel en geen verwarming, alleen een preekstoel en een paar stoelen. Daarin komt later verbetering. In 1810 worden uit de Engelse kerk banken naar de armenkerk overgeplaatst. Om de toehoorders wat meer bij de dienst te betrekken wordt op voorstel van de predikanten in 1816 besloten om tijdens de dienst psalmenboeken en bijbels uit te delen. In 1856 krijgt de kerk gasverlichting. In 1859 komt er een orgel dat gratis wordt aangeboden. In de kerk worden ook diensten gehouden voor militairen. Vandaar dat op de kaart van Van Campen van 1850 staat: ‘Militaire en Armkerk’. In 1854 worden er in de kerk volkslezingen gehouden door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. In 1893 stelt de kerkeraad aan de gemeente voor om de kerk voortaan Bethlehemskerk te noemen. De gemeente gaat daar direct mee akkoord. In 1899 stelt de Inspecteur der Bouwpolitie vast dat het gebouw zich in zo’n slechte staat bevindt, dat het niet meer kon worden gebruikt voor het houden van bijeenkomsten. De Kerkeraad van de Nederlands Hervormde Gemeente dient bij de gemeente Leiden het verzoek in om de kerk te kopen voor ƒ 4000,- en de restauratiewerkzaamheden voor haar rekening te nemen. De gemeente gaat daarmee akkoord op voorwaarde dat het gebouw altijd voor kerkelijk doeleinden gebruikt zal worden. Het gebouw wordt opgeknapt en krijgt een nieuwe voorgevel. Het blijft daarna niet lang meer als kerk in gebruik. In 1917 vraagt het bestuur van de kerk toestemming om het gebouw te verhuren als opslagruimte. De gemeente staat dit toe. In 1918 wordt de armenkerk opgeheven en gaat de eigendom van de kerk weer over naar de gemeente Leiden. Die gaat hem gebruiken als opslagplaats voor de dienst gemeentewerken. De kerk raakt opnieuw in verval.



- ± 1965 -

de Bethlehemskerk


Johan Maasbach
Begin 1978 zijn er ideeën om er een theater van te maken. Die worden een paar maanden later ingehaald door de plannen van de Stichting Johan Maasbach Wereldzending, die in Leiden naar een nieuw onderkomen zoekt. Er is een grondige verbouwing nodig om het gebouw weer in goede staat te brengen. De stichting koopt het gebouw voor het symbolische bedrag van ƒ 1,-. Het duurt jaren voordat de benodigde subsidie loskomt, maar in de loop van 1985 is dit eindelijk rond. De gemeente Leiden past ƒ 250.000,- bij, ondanks gemor van enkele gemeenteraadsleden die niet zoveel op hebben met de geruchtmakende evangelisatiebeweging van Johan Maasbach. Een jaar later is de bouw klaar. Op zondag 19 oktober wordt er voor het eerst weer een kerkdienst gehouden in de Bethlehemskerk. Op vrijdag 14 november 1986 verricht burgemeester Goekoop de officiële opening. In 1992 komt het tot een breuk tussen de charismatische voorganger J. Zeilstra en de Maasbachstichting. Hij begint met een eigen gemeente. Dit leidt tot leegloop bij de diensten van de Johan Maasbach-beweging.

Kantoor
In 2011 wordt de kerk verbouwd tot kantoorruimte.