Lego

Over Lego is veel te vinden op het internet. Een van de mooiste sites is The Brickfactory

Nostalgie
Ik was er vroeg bij. Op 5 december 1959 kreeg ik mijn eerste Legodoos. Ik was dolgelukkig met de brandweergarage die op een van de oudste Legofolders te zien is. Die folder heb ik destijds tot in detail bestudeerd. Toen was het allemaal nog overzichtelijk. Een beperkt aantal onderdeeltjes, eigenlijk wel wat weinig naar mijn zin. Maar je kon alles los kopen. Kleine doosjes met steentjes van hetzelfde type voor ƒ 0,95. De raampjes en deurtjes kon je zelfs per stuk kopen voor vijftien of twintig cent. Dat waren bedragen die binnen je bereik lagen. En intussen uitkijken naar verjaardagen en sinterklaas. Dat waren de momenten waarop je verzameling opeens flink werd uitgebreid. Toch had je altijd te weinig. Die foto’s en voorbeeldboekjes waren wel mooi maar ook heel erg frustrerend. Je had nooit genoeg om dat na te bouwen of zelfs maar iets te maken wat daarop leek. De bouwpakketjes in die dagen waren ook maar schraal gevuld. Het waren heel bescheiden bouwwerkjes die je daarmee kon maken. Zeker als je dat vergelijkt met de dozen van latere jaren. In die ideeënboekjes stonden ook dingen die helemaal buiten de realiteit leken te liggen. Een echtpaar dat bezig was hun huis te ontwerpen met Lego. Dat leek me nou niet het ideale middel. Lego was leuk speelgoed, maar de beperkingen waren enorm. Zelfs als je oneindig veel stenen had, had je maar heel weinig mogelijkheden. Diagonale muren waren ondenkbaar, om maar iets te noemen. De muren werden naar verhouding veel te dik en de sprong van de ene naar de volgende nop was eigenlijk veel te groot voor een goede maatverdeling. Dat echtpaar zat daar duidelijk voor de pose. Hij met zijn pijp en zij met die pepermunt aan haar oor en dat badmutskapsel uit de jaren zestig. Maar misschien toch. In die tijd leken alle gebouwen op vierkante dozen, dus je kwam wellicht nog een eindje. Jammer dat de treinen pas kwamen toen ik al niet meer met Lego speelde. Voor mijn gevoel was dat het hoogtepunt in de ontwikkeling van de Lego.

Wat is er bekend over Lego?
Je vindt maar weinig literatuur over Lego. Af en toe een krantenartikel. Van boeken heb ik nooit gehoord. Over dit soort zaken wordt niet veel geschreven. Het materiaal is het verhaal op zich, maar daar valt toch wel iets van te maken.

Geschiedenis
Van mijn aardrijkskundeleraar op de ulo hoorde ik eens het verhaal dat Lego is uitgevonden door een Deense timmerman. Hij was begonnen met houten blokjes en hij kwam op het idee om die van plastic te maken. Dat zou ergens in de jaren vijftig van de vorige eeuw zijn geweest. Het ligt voor de hand dat de verkoop is begonnen in Denemarken en dat daarna de andere Europese landen zijn verkend. In Nederland was dat waarschijnlijk in 1959. In de jaren vijftig was Lego niet de enige fabrikant van plastic bouwstenen. Monti en Bambino waren erg populair en er waren talloze andere merken. De komst van die bouwdozen kwam gelijk met de opkomst van het materiaal: plastic. Lego leek een bijzondere positie in te nemen in de reeks van bouwsteenfabrikanten. De andere bouwstenen kwamen en verdwenen. Lego bleef. Het was overal te krijgen en iedereen kende het. Het was kwalitatief het beste, maar ook het duurste. Schreeuwend duur zelfs. Lego viel ook op door voortdurend met nieuwe dingen te komen. In het begin was alles heel eenvoudig: bouwstenen in een aantal maten en kleuren, grondplaten, raampjes en deurtjes en wat attributen, zoals bijpassende autootjes en verkeersbordjes. Daar moest je het mee doen. De klapdeur voor de garage was zo ongeveer de enige uitzondering op het universele materiaal. De grote verandering kwam toen er wielen te krijgen waren en later de treinen die op rails liepen die je zelf uit onderdelen kon opbouwen. De bewegende delen voorzagen in een behoefte. In de ideeënboekjes die Lego zelf uitgaf, zag je treinen en vliegtuigen staan. Ja, want met Lego kon je meer dan alleen huisjes bouwen. Toch leende het materieel zich niet zo goed voor dat soort bouwsels, want wat is nou een auto die geen wielen heeft, maar alleen een paar blokjes om op te staan. De ontwikkelingen gingen door. In de modellenboekjes zag je eerst treinen met wielen en daarna kwam de rails. Vrijwel ieder jaar kwamen er nieuwe onderdelen en nieuwe pakketten. Langzamerhand verdwenen de dozen met alleen maar gewone stenen naar de achtergrond. Je zag steeds meer pakketten waarmee je een bepaald model kon bouwen. Daarin zaten veel elementjes die niet universeel waren. Het model leek er mooier en echter door, maar de basisgedachte van Lego werd daarmee geweld aan gedaan. In de oertijd werkte je bijna alleen met universele elementen. Uitzonderingen, zoals de complete garagedeur, gaven wat extra smaak aan je bouwwerk. Het waren de krenten in de pap. De pakketten van recente datum bestaan bijna alleen uit krenten en de pap smaakt niet meer naar pap. Hoe heeft het zover kunnen komen? Het is wel duidelijk dat een doos waarmee je een bepaald bouwwerk kunt maken, meer aanspreekt dan een doos met alleen maar universele stenen. Die wordt dus makkelijker verkocht. Naarmate dat soort dozen meer worden aangeboden zou de verkoop moeten toenemen, maar de laatste jaren lijkt die enorm terug te lopen. Het aanbod van Lego in speelgoedwinkels is tegenwoordig armoedig en wat nog Lego heet, lijkt er niet meer op. Soms vind je na lang speurwerk nog een paar noppen, maar wat het beeld bepaalt zijn de schreeuwerige plaatjes van chaotische scènes die zo uit moderne tekenfilms lijken gerukt.

Twijfelachtig concept
Lego is veel minder briljant dan het lijkt. Tegelijk met de komst van de bewegende delen openbaarde zich een probleem: Lego was geen echt constructiemateriaal. In feite waren het alleen veredelde bouwstenen. De steentjes van de oudere generaties Lego bleven al gauw niet meer zo lekker zitten. Nadat ze een aantal keren op elkaar hadden gezeten, klemden ze niet goed meer. Stapelen ging nog wel, maar zodra er andere dan verticale krachten op kwamen, ging het mis. Het materiaal zelf en de constructie van de steentjes is in de loop der jaren verbeterd. Toch bleef dit euvel aanwezig. Elementjes die alleen op elkaar geklemd zijn, zitten nooit zo goed vast als delen die met bouten en moeren vast zitten zoals bij de bekende Meccanobouwdozen. Behalve dat constructieve manco was er ook het probleem dat je eigenlijk gedwongen bent om tweedimensionaal te denken, terwijl je driedimensionaal wilt bouwen. Je kunt alleen stapelen, naar onder en naar boven. De steentjes hebben geen zijkant waar weer iets anders op vastgezet kan worden. De ontwerpers hebben daar misschien wel aan gedacht, maar ze zijn er ongetwijfeld te laat mee geweest. De maten van de steentjes lenen zich er niet voor. De hoogtemaat is geen breukmaat van de lengte- en de breedtemaat. De eenmaal gekozen maten konden onmogelijk achteraf gewijzigd. Met de introductie van Technisch Lego kwam er een systeem op een systeem, met een veelheid van verbindingsmogelijkheden. De gemiddelde Lego-verzameling, die toch al een veel te grote variëteit aan elementjes bezat, werd daardoor volkomen onoverzichtelijk. Lego is eigenlijk een ontspoord systeem. In tegenstelling tot de meeste andere constructiesystemen is het niet opgezet als een totaalconcept. Er werd telkens wat aan toegevoegd. Je kunt er veel mee, maar heel veel dingen kunnen ook niet, terwijl je die wel zou willen.

Mysterieus

Iets van geheimzinnigheid omtrent de oorsprong van Lego is er altijd geweest. Op de folders stond een adres in Haren, met tussen haakjes ‘Gron.’ erachter. Wie had ooit gehoord van Haren? Het lag kennelijk in Groningen, maar het bleef een ver en onbekend oord. En zou daar de fabriek staan? Later hoorde je dat Lego uit Denemarken kwam. Niet eens zo heel ver weg, maar toch een land waar je niets mee had. Veel speelgoed kwam uit Duitsland, maar Denemarken? Daar kwam helemaal niets vandaan. En dan die folders. Het leek of daarin een tipje van de sluier werd opgelicht. Je zag artikelnummers die je niet kon duiden. De universeeldozen hadden nummers als 700/01. Waar sloeg die 700 op? Wat was eraan vooraf gegaan. Was er misschien nog veel meer, wat we niet kenden? Lego had geen blijvend assortiment, zoals Meccano dat door de loop der jaren alleen enkele onderdelen toevoegde of wegliet en dat wel eens de kleur van het materiaal veranderde. Bij Lego kwamen in ras tempo nieuwe onderdelen op de markt, maar veel oude verdwenen. Wie bepaalde daar in dat onbekende land wat wij leuk moesten vinden? Waarom werden op een gegeven moment bijna geen losse bouwelementen meer verkocht? Je kon pakketten kopen met een prachtig treinstel, maar het was onmogelijk om je eigen varianten te bouwen. Domweg omdat de benodigde elementen niet te verkrijgen waren.

Imitaties

In de tijd dat Lego nog een veredelde blokkendoos was, waren er diverse vergelijkbare systemen waar je huisjes van kon bouwen. Ze hadden hun eigen maatvoering en weken op essentiële punten af van Lego. Daarnaast zijn er ook een paar systemen verschenen die erg duidelijke sporen van kopieerwerk vertoonden. Zo was er in de jaren zestig Montini, dat precies dezelfde maten had als Lego. Toch verschilde Montini ook weer veel van Lego. Het was gemaakt van zacht plastic, de noppen waren hoger en er waren ook veel onderdelen die Lego niet had. Recent heb ik een nog veel zuiverder Lego-imitatie gevonden van Mega Blocks, de fabrikant die de populaire grote plastic bouwblokken voor kleuters maakt.