verbouwing van 1933


Bij de verbouwing van 1933 werden intern een aantal zaken aangepast en er werd links van de lakenhal een brandgang gemaakt. Die kwam op de plaats van het pand Oude Singel 28 dat dienst had gedaan als conciërgewoning. Dat hier weer een grachtenpand voor werd opgeofferd, scheen niemand een probleem te vinden. In 1930 was het naastgelegen pand Oude Singel 28 aangekocht en dat werd in gebruik genomen als nieuwe conciërgewoning.




- eind 19e eeuw -

Lakenhal
Dit is de situatie voor de bouw van de Papevleugel en voordat de brandgang werd gemaakt. Alle belendende panden staan er nog. Opmerkelijk is dat gevel van de Lakenhal aan de straatzijde is voorzien van een pleisterlaag.




- eind 20e eeuw -

brandgang
Het zinken dak is pas in 1988 toegevoegd.
Bij vergelijking van deze foto met die hierboven valt op dat de brandgang breder is dan het pand dat oorspronkelijk op die plek stond. De gevel van het pand links daarvan (Oude Singel 28) is op de foto van plm 1900 breder en heel anders dan de huidige situtie. Het kan niet anders dan dat er aan dat pand flink is gesleuteld toen de brandgang werd gemaakt.


- plm 1900 -

Lakenhal
Deze foto is van voor de brandgang, maar wel recenter dan de foto hierboven. De pleisterlaag op de straatgevel van de lakenhal is verdwenen. Waarschijnlijk is de gevel opnieuw opgemetseld.
Links is nog net te zien dat de trapgevel van Oude Singel 30 is veranderd in een lijstgevel.


De brandgang werd aan de kant van de Oude Singel afgesloten door een muur en daarin werd een poortje aangebracht dat afkomstig was van de woning van burgemeester Van der Werff. Boven het poortje is een gevelsteen aangebracht die afkomstig was van de in 1862 gesloopte Witte Poort.
Bij de verbouwing zijn de muren van de lakenhal aan de straatkant gerestaureerd. De bakstenen die bij de laatste opknapbeurt waren gebruikt weken af van de bakstenen van het hoofdgebouw van de lakenhal. Gemeente-architect, de heer Neysten heeft heel veel moeite gedaan om precies dezelfde zeventiende-eeuwse bakstenen te vinden zoals die voor de rest van het gebouw waren gebruikt. Daarmee zijn de muren opnieuw opgemetseld en ze zijn ook gebruikt voor het muurtje van de brandgang. Volgens de huidige opvattingen is dat laatste een verkeerde keuze. Het lijkt nu of dat muurtje altijd bij de Lakenhal heeft gehoord. Er had dus eigenlijk juist een afwijkende steen voor gebruikt moeten worden.



De ingang aan de Lange Scheistraat


Bij de heropening op 12 juni 1933 meldde directeur A. Coert dat een van de belangrijkste veranderingen was het in ere herstellen van de entree aan de Oude Singel. Daarmee werd recht gedaan aan de monumentale status van de Lakenhal, die nu weer als het echte hoofdgebouw kon worden gezien, maar de imposante ingangspartij aan de Lange Scheistraat bleef vanaf dat moment ongebruikt. De trappen zijn afgesloten met een laag ijzeren hek dat duidelijk maakt dat je niet hoeft te proberen om op de deur te kloppen. Het geheel maakt een sinistere indruk. Oorspronkelijk stond overigens langs de hele gevel aan de Lange Scheistraat een laag ijzeren hek.