De restanten van de Vrouwekerk






- 1983-

Vrouwenkerkplein, zicht op Vrouwenkerkkoorsteeg


Architect Bob van Beek had het maximale gedaan om te laten zien hoe de kerk er vroeger had uitgezien, maar het Vrouwekerkplein dat in 1983 werd opgeleverd, zag er nogal on-af uit. Van Beek had voor het gebruik en de eventueel verdere inrichting alleen wat suggesties aangedragen: muziek (tent), straattheater, terras, doorbraak van winkels Haarlemmerstraat naar het kerkvloerplateau, kinderspeelplaats enz. De buurtvereniging heeft diverse ideeën aangedragen en aan de gemeente voorgesteld om een ‘plateau-commissie’ op te richten, waarin buurtbewoners en winkeliers zitting zouden moeten hebben. De gemeente reageerde daar nogal lauw op en waarschuwde bij voorbaat dat er geen geld beschikbaar was voor activiteiten. Het Vrouwenkerkplein was een van de eerste projecten die werden gerealiseerd in de saneringswijk De Camp. Rondom het plein waren voortdurend bouwactiviteiten. Dit maakte het plein niet aantrekkelijker. In maart 1984 besloot B&W om een bouwkeet op het plein te plaatsen ten behoeve van de bouw van Museum Boerhaave. Daartegen is geprotesteerd door buurtbewoners. Het is tenslotte niet doorgegaan. De gemeente leek vergeten te hebben dat je zo’n plein ook moest onderhouden. Op voorschrift van de Rijksdienst voor Monumentenzorg waren de muurresten aan de binnenkant wit gepleisterd, om te benadrukken dat het om de oorspronkelijke binnenruimte van een kerk ging. De witte vlakken waren een lokkertje voor graffitivandalen. Het plein verloederde in hoog tempo. Ook in andere opzichten was dit project niet geslaagd. Het plateau werd nauwelijks gebruikt. Het oogde niet aantrekkelijk en dat kwam niet alleen door gebrek aan onderhoud. Aan de kant van de Haarlemmerstraat keek je op slecht onderhouden achtergevels. Die zonloze hoek oogde sinister en dreigend.



- 1990 -

graffiti

foto: Monumentenzorg



- 1990 -

graffiti


foto: Monumentenzorg




- 1990 -

graffiti

foto: Monumentenzorg



- 1990 -

graffiti


foto: Monumentenzorg
In maart 1985, twee jaar na de opening, werd het plateau opnieuw gekraakt als parkeerterrein, nu onder leiding van Cor Labrujère die aan de Vrouwenkerkoorstraat een koffiehuis had. Hij wilde dat er activiteiten op het plein zouden worden georganiseerd, zoals een markt of een ruilbeurs en dat er geparkeerd kon worden als het plein niet werd gebruikt. Wethouder Peters verklaarde dat de functie van het plein maar eens opnieuw bekeken moest worden. Eind 1985, bij de behandeling van de begroting voor 1986, stelde D66-raadslid Hoekema: ‘Het Vrouwekerkplein in de huidige staat kan echt niet!’ Hij stelde voor om een prijsvraag voor architecten uit te schrijven om op die manier een nieuwe invulling van het plein te vinden. Het initiatief voor een prijsvraag werd genomen door het Leids Architectencafé. De presentatie was op 10 februari 1986. Er waren talloze inzendingen binnengekomen, met heel uiteenlopende oplossingen. Een aantal deelnemers namen de resten van de kerk op in hun plan. Anderen gingen ervan uit dat alles verwijderd zou worden. Met al deze ideeën is uiteindelijk helemaal niets gedaan, maar dat was ook niet te verwachten. Er was nauwelijks een kader of doel gesteld aan de opdracht en de deelnemers hadden de vrije hand om dat zelf in te vullen. Als een opdracht niet aan een concreet doel wordt gekoppeld, kan dat wel leuke ideeën opleveren, maar zullen die niet leiden tot de oplossing van een probleem. Het is dan ook niet vreemd dat vervolgens de aandacht voor het plein vanuit de politiek verslapte. De buurtvereniging begon ongeduldig te worden. In april 1986 werd een brief naar de gemeente gestuurd met een aantal suggesties. Men stelde o.a. voor om meer groen aan te brengen en een vijver te maken. Op die brief is nooit een antwoord gekomen. In oktober werden nog een paar suggesties aangedragen. Ook werd een handtekeningenactie georganiseerd om te eisen dat het Vrouwenkerkplein weer op de politieke agenda kwam. In het najaar van 1986 (22 oktober) verscheen de nota van stadsarchitect Piret ‘Maar wat doen we met het Vrouwenkerkplein?’ met acht ontwerpen. Als problemen werden o.a. gesignaleerd: Een relatie met de Haarlemmerstraat ontbreekt, de sinistere zuidkant geeft het plein een onprettig aanzien, de poefjes en de muurtjes zorgen ervoor dat het plein voor veel dingen niet te gebruiken is. Doordat het nieuwe onderkomen van Museum Boerhaave op korte termijn gereed zou komen, begon men zich ook zorgen te maken over de zichtbaarheid en vindbaarheid van dit gebouw.



- 1983 -

Een van de ontwerpen van Piret
Het is een plein met ruimte. De kolomvoeten en opgemetselde muurtjes zijn weggelaten. Het was een idee geweest om ze bijvoorbeeld met stukken hardsteen aan te geven in de bestrating.
De schets van de bebouwing aan de zuidkant (achterkant Haarlemmerstraat) past beter in de omgeving dan de nieuwbouw die uiteindelijk door Sikkes is gerealiseerd.


Uit de inspraakreacties en de commentaren van de commissieleden bleek dat een meerderheid voelde voor gedeeltelijke bebouwing van het plein. Het plein mocht de gemeente geen geld meer kosten en men wilde wachten op een projectontwikkelaar die bereid was om met het plein aan de slag te gaan.
In 1987 werden door diverse architecten plannen gemaakt. Vollmer kwam met de ‘glazen kathedraal’. Het hele plein zou bebouwd worden. Alle muurresten zouden daarin worden opgenomen. Het idee was aardig maar niemand vond het mooi. Vollmer had ook een realistischer plan. Dit plan en dat van Archtectenbureau Van Swieten werd als het meest kansrijk beschouwd. Op 14 januari 1988 koos de raadscommissie voor het ontwerp van Vollmer als uitgangspositie. Volgens dit plan zou een gedeelte van het plein worden bebouwd en zouden de muurresten van de voormalige Vrouwekerk grotendeels behouden blijven. Om een betere verbinding met de Haarlemmerstraat te krijgen zou het pand van de groenteboer op de hoek van de Haarlemmerstraat en de Vrouwenkerkkoorsteeg worden afgebroken. Men wilde onderzoeken of met Vollmer overeenstemming kon worden bereikt over realisering van het plan. Ter begeleiding van dit onderzoek werd een werkgroep ingesteld. Hierin zouden, behalve diverse ambtenaren, ook de buurtvereniging en de winkeliersvereniging zitting nemen. De werkgroep kwam voor het eerst op 28 maart 1988 bij elkaar en voor het laatst op 11 december 1990. Vollmer presenteerde op de eerste vergadering alweer nieuwe plannen. Er werd nu ook gesproken over het volledig verwijderen van de muurresten. Bij de gemeente vond men dat er al genoeg geld in het plein was gestopt. Het plan zou gedragen moeten worden door een projectontwikkelaar en die kon men het niet te moeilijk maken door te eisen dat het monument volledig intact gelaten zou worden. Op de achtergrond speelde dat begin 1988 de nieuwe Monumentenwet van kracht was geworden. B&W had nu zelf de bevoegdheid om te beslissen over het behoud van monumenten. Voordien was altijd toestemming nodig van de Rijksdienst voor Monumentenzorg. Krachtens de nieuwe wet moet nog wel advies worden gevraagd, maar de gemeente is niet verplicht om zich daaraan te houden.
De financiering speelde voortdurend een rol. Groenteboer Van Groeningen vroeg te veel voor zijn pand. Potentiële investeerders wilden steeds winkels op zowel de begane grond als de eerste verdieping. De gemeente wilde de grond in erfpacht uitgeven en daar voelden de gegadigden niet voor.
Tenslotte had Vollmer een plan gemaakt waarin een deel van de muurresten zichtbaar zou worden opgenomen. Omdat het pand van de groenteboer niet voor een aanvaardbare prijs kon worden aangekocht werd dit buiten het plan gelaten. De buurtvereniging was niet gelukkig met het ontwerp. Architect in ruste Barendse was bereid om voor de buurtvereniging een alternatief plan te ontwerpen. Dit greep terug op de stedebouwkundige visie van 1975. Het plan werd op 8 mei 1991 gepresenteerd aan de wethouder.
In augustus 1991 werd het plan Vollmer ter visie gelegd voor de Monumenten Beheercommissie. Die keurde het plan in november af. Belangrijkste argument: het gebouw is te hoog, het plein komt erdoor in de schaduw te liggen. Tegelijkertijd werd ook het plan Barendse afgekeurd.
Vollmer is niet verder gegaan met het plan. De gemeente zocht contact met andere architecten. In het voorjaar van 1993 kwam de Haagse architect Sikkes met een ontwerp. Het voorzag in een grote winkel aan de kant van de Haarlemmerstraat en een kleine winkel aan het Vrouwekerkplein. Boven de winkels kwamen appartementen. Het pand van de groenteboer kon nu worden aangekocht. In de plannen van Vollmer speelde dit steeds een rol. Het was toen de bedoeling dat het zou worden afgebroken om vanaf de Haarlemmerstraat beter zicht te geven op het plein, maar Sikkes integreerde het pand juist in het ontwerp. Overigens had het slopen van het hoekpand eigenlijk niets toegevoegd aan de zichtbaarheid van het plein. Het pand van de groenteboer was ooit tegen de kerk aangebouwd en die stond heel schuin ten opzichte van de Haarlemmerstraat. Als het pand weg zou zijn, zou je tegen de nog aanwezige kerkmuur aankijken en alleen een paar meter extra zicht krijgen als ook de achtermuur van het pand zou worden afgebroken, maar daarin bevond zich een stuk van de kerkmuur.
Waar niemand kennelijk erg in had was dat door het slopen van het pand de oude zijmuur van de kerk weer in het zicht zou komen. Als dat stuk vrij zou komen, zou dat een bijzondere bijdrage leveren aan de monumentale waarde van de kerkrestanten. Bovendien zou het niet op een gekunstelde manier hoeven worden ingepast in de bebouwing want daar maakte het al deel van uit.




het uitsteeksel van Sikkes


Van de Rijksdienst voor Monumenten kwam er commentaar op het ontwerp. De lieden van de Rijksdienst waren tot het heldere inzicht gekomen dat de toegang tot het plein juist smaller moest worden. Waarschijnlijk zochten ze naar overeenkomst met de andere zijstraten en stegen van de Haarlemmerstraat, die vrijwel zonder uitzondering smal zijn. De Vrouwenkerkkoorstraat was in de jaren twintig van de twintigste eeuw verbreed en dat zou met de nieuwbouw gecorrigeerd kunnen worden. Daarmee grepen ze terug op het stadsbeeld van de zestiende eeuw, maar met evenveel recht hadden ze terug kunnen gaan naar de situatie van de middeleeuwen toen er nog niets tegen de kerk was aangebouwd. Om de Rijksdienst voor Monumenten tegemoet te komen heeft Sikkes voor de eerste etage een soort erker laten uitsteken. Het idee om de Vrouwenkoorkerkstraat te versmallen getuigde al niet van veel realiteitszin, maar dat de Rijksdienst op die manier tevreden gesteld kon worden is te zot voor woorden.



- 1994 -

plattegrond van het bouwplan van Sikkes
De kerkmuren zijn te herkennen aan de vette lijnen. Ook is te zien dat daar grote openingen in gemaakt worden.



- 1994-

De nieuwbouw is in volle gang


De benodigde vergunningen werden aangevraagd en de bouw ging op 23 februari 1994 officieel van start. In de monumentenvergunning werd geëist dat de authentieke muurresten die o.a. in de panden aan de Haarlemmerstraat aanwezig waren, behouden zouden blijven. Hennes en Mauritz, het bedrijf dat daar een winkel zou vestigen, had helemaal geen zin om zich daaraan te houden. De directie voerde als argument aan dat het vreemd is dat de gemeente er zo moeilijk over deed, terwijl ze de kooromgang op het plein wilde slopen.
In het goedgekeurde bouwplan was niets terug te vinden over het intact laten van de muurresten. Via bezwaarprocedures werd de bouwer gedwongen om het plan aan te passen, maar intussen waren al delen van de muren gesloopt. In de winkel kwam de zijmuur van de kerk tevoorschijn. Daarin mochten openingen worden gemaakt, maar die moesten op vordering van de rechter kleiner worden dan op de tekening stond aangegeven. Men heeft zich van dat voorschrift niets aangetrokken en de openingen zijn gewoon volgens de oorspronkelijke tekening aangebracht.
Ook voor de kooromgang op het plein werd door de bouwers weinig respect getoond. Volgens projectleider Pouw stonden de muurresten op het plein in de weg tijdens de bouw. Hij stelde voor om ze in plakken te zagen en tijdelijk op te slaan.
De bouw was in 1996 voltooid. De appartementen waren snel bewoond, maar de bedrijfsruimte op de begane grond aan de kant van het plein bleef voorlopig leeg. In 1999 kwam daar het restaurant Olive Garden.



- voorjaar 1996 -

De nieuwbouw is klaar.
de bestrating wordt hersteld.






- 2001-

betimmering ter bescherming van het metselwerk


Intussen naderde het Pilgrimsherdenkingsjaar. In 2009 zou het vierhonderd jaar geleden zijn dat de Pilgrims naar Amerika vertrokken. Lange tijd had de gemeente niet willen zeggen dat de Vrouwekerk een rol gespeeld had in de geschiedenis van de Pilgrimfathers, maar kennelijk was het herdenkingsjaar toch reden om nu eindelijk iets met het Vrouwekerkplein te doen. In 2007 werd een plan gepresenteerd waarin de muurresten zouden blijven staan. In 2009 werd het plan uitgevoerd. Ruimtelijk veranderde er vrijwel niets. De muurresten werden wat verder opgemetseld en afgedekt met stukken natuursteen. De opgemetselde kolomvoeten, waarvan meerdere keren was opgemerkt dat ze de gebruiksmogelijkheden van het plein beperkten, bleven staan en ook de lage muurtjes die evenmin origineel waren. Het mag dan positief zijn dat de ruïne goed geconserveerd is, de manier waarop dat is gebeurd, is niet de fraaiste. De loepzuiver gezaagde stukken natuursteen matchen niet met het karakter van de ruïne.



- oktober 2008 -

de muurtjes worden opnieuw opgemetseld


- december 2008 -

De muurresten staan opnieuw in de steigers


Op 5 maart 2009 is het plein officieel geopend. In het persbericht dat de gemeente ter gelegenheid daarvan uitgaf werd verwezen naar de relatie tussen de Pilgrim Fathers en de Vrouwekerk. Bij de openingsplechtigheid hield professor H.J. de Jonge een lezing over de geschiedenis van de Vrouwekerk. Hij lichtte daarbij toe waarom de Vrouwekerk volgens hem geen rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de Pilgrim Fathers. Bij de kerk is een informatiebord geplaatst waarop een kort overzichtje staat van de geschiedenis van de kerk. De Pilgrim Fathers worden niet genoemd.



- 5 maart 2009 -

steriel
De muurresten zijn geconserveerd en ze mogen defintief blijven.


- 5 maart 2009 -

De openingsplechtigheid
Bij de oplevering van het plein werd een tekening onthuld die daar is aangebracht voor het Pilgrimsjaar.
Het rijtje huizen van de zgn. Noordwand, dat er jarenlang verpauperd bij stond, heeft speciaal voor dit herdenkingsjaar een provisorische opknapbeurt ondergaan.




- 2022 -

Plein zonder functie

Het plein en de muurresten worden nu goed onderhouden, maar de gedachte dat het Vrouwenkerkplein een bestemming zou moeten hebben lijkt met de meest recente herinrichting definitief te zijn verlaten. Door alle obstakels is het voor weinig anders bruikbaar dan als hangplek en fietsenstalling.



- 2010 -

kerkraam
In 2010 kwam Ger Hurgerink met de suggestie om de restanten van de kooromgang completer te maken met het frame van een kerkraam.
zie ook: