Sint Agneskapel
Het Faliede Begijnhof werd op deze plaats gevestigd in de periode tussen 1429 en 1435, het verhuisde toen vanaf een locatie aan de westzijde van de Pieterskerk. Rond 1429 werd de kapel gebouwd. Die werd in 1460 voltooid. Een begijnhof was geen klooster. De bewoonsters dienden wel een devoot leven te lijden en zich aan een aantal gedragsregels te houden. Het woord faliede komt van falie, een soort regenmantel die de begijnen droegen. De Begijnhof en de kapel kwamen na de reformatie in 1572 in handen van het Leidse gemeentebestuur. Van 1577 tot 1581 is de kapel gebruikt als onderkomen voor de universiteit van Leiden. Hij is ook nog een poosje in gebruik geweest bij de Waalse gemeente, voordat die de Vrouwekerk kreeg toegewezen. In 1591-1593 werd de kapel ingericht als universiteitsbibliotheek en werden daar een schermschool en de anatomische afdeling ondergebracht. Het Theatrum Anatonicum kwam in het koor en de aansluitende travee van de kapel. Van 1644-1807 werd de kapel tevens gebruikt als Engelse kerk.
In 1910 werd het voorgebouw vervangen door het huidige gebouw. Het gietijzeren magazijnsysteem is in 1975 uit de kapel verwijderd. Alleen de gietijzeren dakspanten zijn gebleven.
Na een verbouwing kwam in 1987 het Rijksherbarium in het oude gebouw van de universiteitsbibliotheek, maar de ruimte was al vanaf het begin te klein voor de nieuwe bestemming. In 1995 verhuisde het Rijksherbarium naar het Bio Science Park. De kapel en de andere gebouwen aan het Rapenburg zijn na een verbouwing in 1999 in gebruik genomen als bestuursgebouw van de universiteit. |